De V’s van Tripel V
Tripel V bewaakt het welzijn van proefdieren volgens de drie V-beginselen: vervangen, verminderen en verfijnen van dierproeven.
Tripel V staat ook voor verduurzaming van veehouderij. De samenleving is zich bewuster geworden van de positie van het dier in de veehouderij en wil die verbeteren. De veehouderij moet duurzamer worden met respect voor de integriteit en het welzijn van landbouwhuisdieren en met aandacht voor natuur en leefomgeving.
De waarde van het dier
In onze samenleving houden we gezelschapsdieren zoals honden en katten, boeren hebben landbouwhuisdieren en in laboratoria houden we proefdieren. We zijn ons steeds beter bewust van de intrinsieke waarde van het dier, daarmee is ook het welzijn van de door ons gehouden dieren een belangrijk maatschappelijk thema geworden.
Dierwelzijn is een breed begrip, het gaat er vooral om dat wij oog hebben voor wat het dier nodig heeft: wat wil de koe, wat wil de hond? En hoe zorg je voor een rat die als proefdier wordt ingezet? Een koe wil grazen en een rustige plek om te herkauwen, een hond wil rennen en spelen met andere honden, en ook een laboratoriumrat wil contact met soortgenoten.
De maatschappelijke discussie over de positie van dieren in onze samenleving wordt vaak gevoerd door ogenschijnlijke tegenstanders: wetenschappers die proefdieronderzoek willen doen versus de mensen die het gebruik van proefdieren willen uitbannen. Of de slachtkuikenhouder die een snelle en efficiënte groei van zijn kippen nastreeft tegenover de kritische consument die liever ziet dat kuikens op een natuurlijke manier kunnen uitgroeien tot volwassen kippen.
Om consensus te bereiken hoe we met dieren moeten omgaan, moeten we een dialoog voeren met alle betrokkenen waarin kennis van dieren, vooral van dierenartsen en dierwetenschappers, op de juiste wijze wordt gebruikt.
De filosofie van Tripel V is dat de intrinsieke waarde en de behoeften van dieren centraal staan in de transitie naar een diervriendelijker samenleving.